Allemaal stukjes papier
Papier met een afbeelding, een handtekening en een bedrag. We geven het aan iemand en kunnen er iets voor terug krijgen. We hebben het dan over papiergeld.
Papier met een handtekening en een bedrag. Er staat op dat we voor iemand iets hebben gedaan. En daarvoor krijgt die persoon zo’n papier. We noemen dat een nota.
Papier met een afspraak en een bedrag aan geld. En handtekeningen. We kunnen dat een overeenkomst noemen.
Papier met een handtekening van een Officier van Justitie, ook getekend door een bekende crimineel. Dat noemen we een bonnetje.
Papier met daarop een notitie over een al dan niet bestaand bonnetje. Het kan in een versnipperaar met lange, smalle reepjes als uitkomst. Dat mag geen naam hebben.
Papier, veel papier, naar aanleiding van een mogelijk verdwenen bonnetje. Samengesteld door een commissie die daarvoor veel mensen heeft gehoord. En van een handtekening voorzien. We noemen dat een rapport.
Papier met handtekeningen van politici die niet meedoen aan de regering. We noemen dat een motie van afkeuring.
Allemaal stukjes papier.
Vuistregel